Veranderingen in de ontlasting
Mensen hebben ieder hun eigen defecatiepatroon, dat soms aanzienlijk kan verschillen van wat in
het algemeen als "normaal"wordt beschouwd. Welke ontlastingsgewoonte iemand heeft, is niet
zo bijzonder interessant. Wat wel zeer belangrijk is, is dat elke verandering in iemands
ontlastingsgewoonte een eerste symptoom kan zijn van een levensbedreigende ziekte, in het
bijzonder van het coloncarcinoom. Een veranderde defecatie is een van de "seven signals of danger",
die diep in het geheugen van elke doktersassistente moeten zijn gegrift. Achtereenvolgens worden
drie defecatiestoornissen behandeld: diarree, obstipatie en verlies van bloed of slijm met
de ontlasting.
Diarree:
Diarree is een van de meest voorkomende klachten in de huisartsenpraktijk. Er bestaat echter
over het onderwerp diarree en voedselvergiftiging een forse spraakverwarring. Het is daarom
goed enkele begrippen eens op een rijtje te zetten.
Diarree is een te frequente ontlasting van te dunne faeces. De oorzaak is een versnelde
peristaltiek van de darm. We kunnen diarree onderverdelen in:
- acute diarree: de diarree bestaat slechts korte tijd, hooguit 14 dagen
- chronische diarree: de diarree bestaat langer dan 14 dagen
Chronische diarree:
Dit is een serieuze klacht die kan wijzen op een ernstige ziekte. Een patient met chronische
diarree moet altijd door de dokter worden nagekeken. Chronische diarree kan worden veroorzaakt door:
1. colitis ulcerosa: chronische diarree met bloed en slijm als gevolg van een ontsteking van de dikke darm
2. tumoren, bijv. carcinomen van colon of rectum
3. verteringsstoornissen, vooral van vetten
4. misbruik van laxeermiddelen (van drogist) of alcohol
5. infecties bijv. door wormen of andere parasieten, soms ook door Salmonella-(paratyfus-)bacteriën.
6. chronische nervositeit
Acute diarree:
Dit wijst meestal op een onschuldige acute infectie. Toch kan in bepaalde gevallen ook
een acute diarree wel degelijk gevaarlijk zijn. Er kan veel vochtverlies optreden, meer dan
een patiënt kan of wil aanvullen door drinken. Er dreigt dan uitdroging. Dit gevaar bestaat
vooral bij jonge kinderen en bij oude mensen. Het is bij deze twee leeftijdsgroepen dan ook
verstandig dat de patiënt door de arts gezien moet worden. Koorts maakt het gevaar van uitdroging
groter. Ook moet een visite worden afgelegd als de patiënt een erge zieke indruk maakt,
omdat ook dit een teken kan zijn van uitdroging of van het feit dat de diarree wordt
veroorzaakt door een andere, ernstige ziekte.
Therapie bij ongecompliceerde diarree:
In de meeste gevallen gaat diarree vanzelf over in enkele dagen en geneesmiddelen
bekorten de ziekteduur niet. Je mag gewoon eten en drinken waar je trek in hebt. Wel
is het aan te bevelen kleine porties te nemen. Vooral belangrijk is dat je veel drinkt,
ook dit in kleine hoeveelheden per keer. Verder is een goede hygiene belangrijk: handen
wassen na toiletgebruik en na het verzorgen van kinderen met diarree. Vrouwen die de pil
gebruiken moeten weten dat diarree de betrouwbaarheid van de pil kan verminderen. Een
oplossing is tijdelijk een dubbele dosis van de pil te nemen. Wat betreft de medicamenten:
zoals gezegd bekorten ze de ziekteduur niet. Soms is diarree echter door de situatie erg lastig.
Het is dan mogelijk een geneesmiddel te geven dat de verschijnselen onderdrukt. Dit
geneesmiddel is loperamide (Imodium).
Bij gevaar voor uitdroging moet de arts de patiënt op korte termijn onderzoeken. Vaak zal
dan ORS, orale rehydratiedrank, worden voorgeschreven om het vochtgehalte van de patient
op peil te krijgen. Bij voorkeur wordt kant-en-klare ORS van de apotheek gebruikt om
bereidingsfouten te vermijden. De patiënt mag naast de ORS gewoon naar behoefte blijven eten en
drinken. Voor volwassenen is de dosering van ORS tot 300 ml na elke waterdunnee ontlasting. Voor
kinderen al de arts een aangepaste dosis berekenen. Bij braken wordt de ORS in zeer frequente kleine
porties toegediend.
Soms is er sprake van verhoogd besmettingsgevaar voor anderen. Dat is het geval als de patiënt
werkt in de voedselbereiding, in de verzorgende beroepen of als diarree wordt geconstateerd
in een internaat of een verzorgingstehuis. In die gevallen zal de arts de patiënt soms adviseren
een tijd zijn werkt te staken of hij zal de diarree melden bij de gezondheidsdienst. Deze dienst
kan dan maatregelen nemen om uitbreiding van het aantal ziektegevallen te voorkomen. Epidemietjes
van diarree worden soms veroorzaakt door Salmonella- bacteriën. In de volksmond wordt hiervoor het
woord paratyphus gebruikt, een term die zoveel misverstanden oproept dat men hem maar beter niet
kan hanteren. Veel reizigers, vooral naar tropische landen, krijgen diarree.
We spreken dan van reizigersdiarree. Soms wordt deze veroorzaakt door voedselvergiftiging.
De hygiënische omstandigheden laten in veel landen de wensen over en drinkwater is vaak besmet.
Bovendien heeft waarschijnlijk elk volk zijn eigen darmbacteriën. De bewoners van een land hebben
deze te gast in hun darmen, zonder dat ze er ziek van worden. Vreemdelingen met een andere darmflora
komen in het buitenland in aanraking met bacteriën die voor hen vreemd zijn en die voor hen wel
ziekteverwekkers zijn. Ten slotte speelt zeker ook ongewone voeding (olijfolie) en nervositeit
een rol bij reizigersdiarree. Het verdient aanbeveling mensen die reizen maken naar tropische landen
of naar landen met minder hygiënische omstandigheden ORS mee te laten nemen. Het Bureau Voorlichting
Gezondheidszorg Buitenlanders te Bunnik geeft instructiefolders uit in het Arabisch en Turks voor in
ons land werkende buitenlanders die met de kinderen in hun geboorteland met vakantie gaan.
Obstipatie:
Patiënten, vooral bejaarden, klagen vaak over een moeilijke, harde of trage ontlasting. Bij hun klachten spreken ze over buikpijn, een opgeblazen gevoel in de buik, maar ook speelt een rol dat ze bang zijn dat het voor het lichaam slecht is wanneer de ontlasting zo lang in de darmen blijft. Een kortdurende obstipatieperiode kent bijna iedereen uit eigen ervaring. Het is normaal dat men enkele dagen geen ontlasting heeft bij een plotselinge verandering in het leefpatroon, tijdens de eerste dagen van een reis, bij veranderde voeding, tijdens een ziekte waarbij bedrust noodzakelijk is, na een bevalling of tijdens een vermageringsdieet. Meestal is medische hulp hier niet nodig, maar een eenmalige toepassing van een eenvoudig laxeermiddel is in deze gevallen evenmin een probleem.
Een heel groot probleem vormt echter langdurige obstipatie. In veel gevallen duurt de klacht eigenlijk het hele leven van een patiënt. De ontlasting vindt plaats via de defecatiereflex. Een reflex is een onmiddellijke, onwillekeurige reactie van het lichaam op een bepaalde prikkel. Hoe meer een mens een reflex wil beïnvloeden, hoe slechter de reflex gaat verlopen. Ofwel: hoe meer aandacht iemand geeft aan zijn ontlasting, des te moeizamer wordt de ontlasting geproduceerd.
Een van de oorzaken van chronische obstipatie is de overdreven aandacht die veel mensen hebben voor hun ontlastingspatroon. Ook hebben veel mensen geleerd hun defecatiereflex te onderdrukken. Soms komt dat, omdat ze uit een te strenge zindelijkheidstraining hebben onthouden dat poepen vies is en eigenlijk niet zou behoren te gebeuren. Anderen hebben hun defecatiereflex onderdrukt, omdat ze het eenvoudig te druk (denken te) hebben om rustig de tijd te nemen voor hun ontlasting.
De defecatiereflex wordt gestimuleerd door lichaamsbewegingen en door voeding die voldoende afvalstoffen-cellulose-vocht en vetten bevat. Obstipatie kan dan ook het gevolg zijn van te weinig bewegingen en verkeerde voeding. Ook het gebruik van vochtuitdrijvende medicamenten (diuretica) kan de ontlasting droog maken en obstipatie veroorzaken.
Bij mensen de neerslachtig (depressief) zijn, staan vaak ook alle lichamelijke functies op een laag pitje. Dat geldt voor de slaap, de eetlust, de zin om te vrijen en ook voor de ontlasting. Depressieve mensen lijden vaak aan obstipatie.
Ook bij verminderde werking van de schildklier (hypothyreoidie) gaat de hele spijsvertering en dus ook de ontlasting trager. De meest beruchte vorm van chronische obstipatie wordt veroorzaakt door verslaving aan laxeermiddelen. Jaarlijks worden in drogisterijen en apotheken kilo's laxeermiddelen verkocht. Veel mensen gebruiken jaar in jaar uit elke dag opnieuw hun wonderolie. De darm is daardoor lui geworden, hij heeft immers nooit meer hoeven te werken. Er zijn steeds grotere hoeveelheden laxeermiddelen nodig om nog een goed effect te bereiken. Op den duur worden zelfs de kringspieren van de darm dunner en de darm, die een soepele knedende spierbuis zou moeten zijn, verandert in een een starre bewegingsloze stofzuigerslang.
Behalve alle genoemde oorzaken kan obstipatie ook het gevolg zijn van ziekten aan dikke darm en anus. Aambeien (hemorroïden) en kloven (fissuren) aan de anus kunnen de defecatie pijnlijk maken en aanleiding geven de defecatiereflex te onderdrukken. En bovenal: een carcinoom van endeldarm of dikke darm geeft vaak veranderingen in de ontlasting. Deze veranderingen kunnen variëren van diarree tot obstipatie en slijmerige of bloederige ontlasting, of een combinatie van een aantal veranderingen.
De therapie:
De therapie van obstipatie is afhankelijk van de oorzaak. Wanneer een ziekte van darm of anus is uitgesloten, zal de patiënt vaak al een stuk geholpen zijn door hem erop te wijzen dat het absoluut niet nodig is dat hij elke dag ontlasting heeft. Verder wordt geadviseerd elke dag rustig en royaal de tijd te nemen voor de dagelijkse behoefte. Daarnaast helpen een goed vezelrijk dieet, voldoende drinken en veel lichaamsbeweging. Eenvoudige laxerende maatregelen zijn verder: een glas sinasappelsap of een paar in water geweekte droge pruimen op de nuchtere maag. Mensen die hun darm lui gemaakt hebben met laxeermiddelen, kunnen soms worden geholpen door de fysiotherapeut door middel van darmmassage wordt de darm weer gestimuleerd. Pas in uiterst nood komen dan de laxeermiddelen en dan nog alleen voor in korte tijd.
Wanneer obstipatie langer dan twee weken bestaat is een spreekuurconsult nodig. Spreekuurbezoek is noodzakelijk, in de eerste plaats om eventuele ernstige ziekte (carcinoom) te laten uitsluiten, in de tweede plaats, omdat de behandeling van chronische obstipatie een moeizame en veelzijdige opgave is, die door de arts samen met diëtist moet geschieden, en in derde plaats, omdat laxeermiddelen bij chronische obstipatie meer kwaad dan goed doen.
Bloed of slijm bij de ontlasting:
Bloedverlies bij de ontlasting wijst niet altijd op aambeien. Dit misverstand heeft al mensen het leven gekost. Het is noodzakelijk om met aambeien naar de dokter te gaan. Want wat zijn aambeien? Mensen noemen van alles aambeien: ze kunnen bedoelen pijn of jeuk rond de anus, bloedverlies met de ontlasting of een voelbare uitpuiling. Pijn of jeuk kan inderdaad worden veroorzaakt door aambeien (hemorroïden). Vaker worden deze klachten echter veroorzaakt door worminfecties, eczeem of neurodermitis-een huidafwijking die wordt veroorzaakt door krabben. Ook kan een kloof (fissuur) bestaan. Alleen op de onderzoekbank kan de diagnose worden gesteld. Een voelbare uitpuiling bij de anus kan inderdaad een hemorroïd zijn, maar er kan ook een goedaardige of kwaadaardige tumor van de anus aanwezig zijn.
Bloedverlies bij de ontlasting kan zeer veel oorzaken hebben. De meest onschuldige oorzaak is aambeien. Verder kan het berusten op ontstekingen (colitis ulcerosa), goedaardige poliepen en kwaadaardige carcinomen. Het symptoom bloedverlies wordt vooral griezelig wanneer behalve bloed ook slijm bij de ontlasting wordt gevonden en wanneer het ontlastingspatroon zelf is veranderd. Bloedverlies met de ontlasting dat niet duidelijk wordt verklaard door vers bloedende aambeien, moet altijd grondig worden onderzocht door middel van een rectaal toucher, een rectoscopie, colonfoto en een colonoscopie.
In de huisartsenpraktijk kan soms een proctoscopie gedaan worden, een kijkje in de anus en het laatste stuk van de endeldarm door middel van een ongeveer 8 cm lange plastic buis. Hiermee kunnen aambeien, maar ook sommige tumoren worden waargenomen. Een bepaling van het hemoglobinegehalte is nodig om na te gaan of er door het bloedverlies wellicht een anemie is opgetreden.
Aambeien (hemorroïden). Aambeien zijn een soort spataderen rond de anus. Ze ontstaan gewoonlijk wanneer terugvloed van bloed vanuit de anusstreek belemmerd is door obstipatie, door adipositas, door een zwangerschap of omdat de patiënt een zittend beroep uitoefent.
De echte aambeien bevinden zich in het rectum. Ze kunnen niet door de patiënt worden waargenomen. De behandeling bestaat vaak uit ligeren: door middel van een zuigertje wordt de aambei vastgepakt en vervolgens wordt er een elastiekje omheen gedraaid, waardoor de aambei afsterft.
Behalve de "de echte" inwendige aambeien bestaan er ook uitzettingen van aders buiten de anus, die ook vaak aambeien genoemd worden. In deze aders kunnen zich stolsels gaan vormen, die pijn veroorzaken. In de acute en pijnlijke fase kan men ze behandelen met aambeienzalf die een lokaal anaestheticum bevat, bij voorbeeld ung. Contra haemorrhoides FNA. Ook kan de huisarts of chirurg de pijnlijke ader waarin zich een bloedstolsel bevindt, onder plaatselijke verdoving insnijden en met de vingers het stolsel eruit drukken. De patiënt is dan ineens van zijn pijn af.
Om nieuwe aambeien te voorkomen zijn een laxerend dieet, vermageren en voldoende lichaamsbeweging belangrijk. Men moet zich realiseren dat aambeien in de pijnloze fase vele maanden kunnen blijven zitten zonder dat dit enig kwaad kan. De patiënt moet niet alsmaar blijven smeren met aambeienzalf: het heeft geen enkele zin en er is kans op een allergische reactie van de huid op deze zalf met als gevolg jeuk. "aambeien"zegt de patiënt dan.
Een anuskloof (fissura ani) is een pijnlijke kloof in het slijmvlies van de anus. De kan worden veroorzaakt door obstipatie, maar ook door huidziekten en allergische factoren. Door de pijn verergert de obstipatie weer. De behandeling bestaat uit laxerende maatregelen en zalven met een lokaal anaestheticum.
Eczeem rondom de anus is een ernstig jeukende aandoening. De oorzaak kan zijn verkeerde hygiënische gewoonten, een huidziekte, mar heel vaak ook allergie voor een zalf die de patiënt zelf heeft gesmeerd tegen de jeuk. De behandeling bestaat uit wegnemen van de oorzaak en een goede toilethygiëne. De patiënt krijgt het advies na de ontlasting de huid rondom de anus voorzichtig met water te wassen en vervolgens droog te deppen.
Ontsteking van de dikke darm (colitis ulcerosa), wordt gekenmerkt door diarree met bloed en slijm. De infectie is vaak zeer hardnekkig. Een enkele keer is het nodig de zieke darm te verwijderen. Een andere beruchte ontsteking van de darm is de ziekte van Crohn, die behalve de dikke darm ook de dunne darm aantast.
Colonpoliepen zijn gesteelde tumoren in de dikke darm, die snel bloeden. We weten tegenwoordig dat poliepen kunnen overgaan in carcinomen. Daarom blijft iemand bij wie poliepen zijn gevonden, levenslang onder controle bij een internist, die op geregelde tijden een colonoscopie doet.
Carcinoom van colon of rectum. Het carcinoom van de dikke darm en van de endeldarm is een van de meest voorkomende kwaadaardige gezwellen. Vroege symptomen kunnen zijn: een veranderd defecatiepatroon, bloed- of slijmverlies met de ontlasting, of alleen maar anemie ten gevolge van ongemerkt (occult) bloedverlies.
Een groot deel van deze gezwellen is voor de vinger bereikbaar bij het rectaal toucher, dat dan ook nooit achterwege mag blijven bij het geringste vermoeden van een carcinoom. De overige worden gevonden op de rontgenfoto (coloninloop), bij rectoscopie of bij colonoscopie; hierbij wordt in de dikke darm gekeken.
Wanneer colon- en rectumcarcinomen vroegtijdig worden ontdekt, is de kans op genezing zeer groot. De behandeling bestaat uit het operatief verwijderen van de tumor. Zit de tumor vlak bij de anus, dan is het meestal nodig een kunstmatige anus (anus praeternaturalis), AP of stoma aan te leggen.
Terug naar oorzaken van buikpijn
Terug naar de darmen
Terug naar menu